Scouting Graaf Floris V
Onze groep draagt de naam Graaf Floris V, maar waarom is er ooit voor deze naam gekozen?
Graaf Floris V was graaf van Holland. Kennemerland maakte deel uit van zijn gebied. De Kennemers waren een eigenzinnig volk, dat niet pikte dat Floris zijn wetten aanscherpte. Nadat de Kennemers in opstand waren gekomen, gaf Floris de Kennemers hun privileges terug. Ook werden ze betrokken bij bestuurlijke aangelegenheden, en werd een aantal hereboeren tot ridder geslagen. Hij kwam op voor de belangen van het volk, hetgeen andere edelen niet lekker zat. Als eerbetoon is onze scouting groep naar Floris vernoemd.
Schotse das
Iedere scouting groep heeft een eigen das. Alle dassen binnen een scoutingdistrict zijn verschillend. Oprichters Kooger en De Mink waren beiden oud padvinders. Kooger was lid van een groep in Dordrecht, De Mink van de inmiddels opgeheven groep Kennemers uit IJmuiden. Die groep had een Schotse das: de Cameron Erracht das. Omdat hij goede herinneringen had aan zijn padvinderstijd bij de Kennemers stelde De Mink voor om dezelfde das te nemen.
Embleem
Achterop de das zit een groepsembleem. Dit embleem is samengesteld uit: het wapen van Heemskerk, de kleuren van de groep (geel/rood), en de letters GFV van Graaf Floris V. Daaronder is de Latijnse spreuk 'Omnibus Idem' te vinden. Dit betekent 'iederéén gelijk'. De tekst is terug te vinden op de schouw van het Muiderslot. De tekst heeft de schrijver P.C. Hooft in de schouw laten zetten. Hooft woonde op Muiderslot net als Graaf Floris V een paar eeuwen daarvoor.
Florisheem
Het clubhuis van onze groep heet ‘Florisheem’. Vanaf Florisheem loop je makkelijk het Marquette- of het Molenbos in en ben je binnen een paar minuten in de Heemskerkse duinen of op het strand. Ook ligt het op loopafstand van het centrum (het dorp) van Heemskerk.
Florisheem is te huur voor verschillende doeleinden. Kijk voor de mogelijkheden op de verhuurpagina.
Groepsyell
Als groep moet je natuurlijk ook een yell hebben om bij een bonte avond met een kampvuur te schreeuwen. Die van ons klinkt als volgt:
Tsjiemelakke boemelakke,
Tsjouw tsjouw tsjouw,
Tsjiemelakke boemelakke,
Raat raat raat,
Floris V paraat
(tegen een kleine vergoeding)
Geschiedenis
In 1910 werden in Nederland de eerste padvinders geïnstalleerd. Her en der ontstonden padvindersgroepen, die zich na verloop van tijd verenigden in de Nederlandse Padvinders Vereniging, de Katholieke Verkenners, de Katholieke Gidsen of het Nederlandse Padvindsters Gilde. Ook in Heemskerk was een groep opgericht, te weten de St Adelbertus. Het zou tot 1958 duren voordat er over een nieuwe, tweede groep in het dan 7000 inwoners tellende Heemskerk zou worden gepraat.
Praters zijn op dat moment Kooger, De Mink en De Wit. Als oud-verkenners wil het drietal een niet-katholieke padvindersgroep oprichten. Een zogeheten ‘open’-groep dus, die voor iedereen toegankelijk is. Tijdens een vergadering op 17 februari, besluit het drietal een aanbevelingscomité op te richten, dat ervoor moet zorgen dat de nieuwe groep ook leden krijgt. Een week later werd dat comité opgericht, waarin ook burgemeester Nielen van Heemskerk zitting neemt.
Het aanbevelingscomité stuurt brieven naar scholen en gezinnen, met het verzoek om lid te worden van de nieuwe padvindersgroep. Na die eerste oproep melden zich vier jongens aan. Voor Hopman Kooger en vaandrig De Mink voldoende om te starten met het spel der verkenners. In de weken die volgden nemen de jongens vriendjes mee, en als de groep op 10 mei 1958 haar eerste officiële troepmiddag opent, telt de groep tien leden. Op 27 september 1958 worden de jongens en de leiding geïnstalleerd op het landgoed Marquette.
Van schuur tot woning
Het eerste clubhuis is een gammel houten schuurtje dat de groep in bruikleen heeft gekregen van de gemeente. Tot januari 1959 maken ze hiervan gebruik, omdat het schuurtje dan plaats moet maken voor een school, de tegenwoordige Wingerd. De groep krijgt van de gemeente een oud woonhuis (Van Coevenhovenstraat 3) als nieuw onderkomen aangewezen. Maar op 2 november 1959 moeten ze ook hieruit, omdat het huis plaats moet maken voor nieuwe woningen in het groeiende Heemskerk. Datzelfde geldt ook voor het tweede woonhuis (Marquettelaan 2) dat de burgemeester vervolgens aanbiedt. Op 1 maart 1960 staat de groep dan letterlijk op straat, en komen de jeugdleden op zaterdagmiddag bijeen onder een lantaarnpaal aan de Marquettelaan. De troep bleef echter actief en zo kwam het, dat na bijna een jaar het nieuwe troephuis aan de Mozartstraat gebouwd kon worden. Want de gemeente helpt de groep aan een stuk grond en schiet ze te hulp bij de bouw van het nieuw clubhuis: Florisheem. Op 6 april 1962 tekenen groepsvoorzitter N.J. van Aken en secretaris G. van der Giessen hiervoor een overeenkomst met burgemeester Nielen, ‘aangaande een perceel grond, groot 650 vierkante meter, kadastraal bekend gemeente Heemskerk, sectie D, nrs 1593 (ed) en 49 (ged) voor een tijdvak van twintig achtereenvolgende jaren, met terugwerkende kracht ingaande op 1 januari 1960 tegen een huurprijs van Fl 1,– per jaar…’
Florisheem en de verbouwingen
Het nieuwe clubhuis krijgt de naam Florisheem, en bestaat uit twee grote ruimtes voor welpen en verkenners, een klein washok met twee toiletten en een aangebouwde keuken met een minuscuul magazijntje. In 19xx wordt het magazijntje vergroot tot het huidige leiderskamertje. Aan de achterzijde van het clubhuis wordt een nieuwe magazijn gebouwd. Eind jaren zeventig wordt de oude keuken gemoderniseerd en voorzien van inbouwapparatuur en een grote bar. In 1990 volgt de meest recente verbouwing en aanbouw: De ingang wordt verplaatst, er komt een nieuw washok met twee douches en tweemaal drie wasbakken met ventilatie en het nauwe gangetje maakt plaats voor een ruime entree.
De eerste 1e prijs
Nu de groep een echt clubhuis heeft, kan het verkennersspel nog serieuzer worden opgepakt. Er wordt begin jaren zestig voor het eerst meegedaan aan de patrouillewedstrijden. Dit gebeurde echter met geleend materiaal, zodat de jongens niet echt wisten wat ze ermee moesten beginnen. Een tent hadden ze bijvoorbeeld nog nooit opgezet. Zomerkampen hadden tot dan toe plaatsgevonden op terreinen waar de tenten al klaar stonden. Het resultaat was dan ook niet om naar over huis te schrijven. Wel had de patrouille veel geleerd, en wijs van deze ervaring ging het de jaren daarna steeds beter tijdens de Districts Patrouille Wedstrijden. In de loop der jaren ging het steeds beter met Floris V. Toenmalig hoogtepunt was de verovering van de districtstotem en het regionale schild door de Zwaluwen. Dat betekende dat zij aan de nationale patrouillewedstrijden in Ommen mochten deelnemen. Daar streden de 26 beste patrouilles van Nederland, en natuurlijk moest ook dit geleerd worden. De Zwaluwen werden 26e, maar hadden naar eigen zeggen wel een fantastisch weekend.
De jaren 70
In 19xx wordt Kooger groepsleider en De Mink hopman. Dankzij de originele programma’s die vaak over drie tot vier weken werden uitgesmeerd om de spanning in de smokkel-, spionnen- en goudschataffaires op te bouwen- en het groeien van het aantal bewoners van Heemskerk, stijgt het aantal leden van de groep. Besloten wordt om een tweede verkennersgroep op te richten, onder leiding van Jan Sanderse Sr, later opgevolgd door Jan Blokker en weer later door de heer Nagelkerke. De gezonde competitie tussen beide groepen die er aanvankelijk was, loopt uit op rivaliteit, mede omdat Groep 2 ook vaak het water opzoekt. Aangezien landverkenners daar niet thuis horen, besluit de leiding zich bezig te houden met de zeeverkennerrij. Deze groep is tegenwoordig bekend als Thor Heyerdahlgroep en zit aan het Zwaansmeer in Uitgeest. Inmidels zijn de Thor Heyerdahlgroep en Gaaf Floris V, twee aparte groepen, die niets meer met elkaar te maken hebben.
Jan Aberkrom neemt in 19xx het roer over van De Mink, en is daarmee het eerste jeugdlid dat doorgroeit naar de leiding. Deze periode kenmerkte zich door een redelijk stabiel blijvend ledenaantal. In 1983 werd op uitgebreide wijze het vijfentwintig jarig bestaan gevierd. Ook toen was rond 10 mei het terrein rond de Mozartstraat toneel van festiviteiten.
Hopman Cor Nobbe (de opvolger van Jan Aberkrom) werd in 1984 zelf opgevolgd. De nieuwe stafleden waren Johan van Kooten (alias ‘Koot’) en Ronald v.d. Wal. Zij waren afkomstig uit de in 1981 opgerichte rowans, die zichzelf JaRo ’81 noemden en als logboek hun eigen Janus Courant publiceerden (kosten van een abonnement waren 1 tompouce, later verhoogd tot 1 krat bier). Een jaar later komt ook Edwin Groen bij de verkennersstaf. In deze samenstelling heeft het stafteam jarenlang gefunctioneerd. In de jaren tachtig vielen de prestaties op de DSW’s iets terug, totdat in 1989 door de patrouille Fazanten weer een eerste plaats werd behaald.
Welpen
De eerste Akela heet mevrouw Vlaanderen Oldenzeel. Zij wordt opgevolgd door Elly van der Giessen, die op haar beurt de welpenstaf overgeeft aan Bettie van Heijst. In 19xx is Door Nobbe Akela, waarna leidingwisselingen elkaar snel volgen. Na Door Nobbe komt Ruud de Mink jr, daarna Maureen Groen en Gerard Rumping, en daarna Erik de Mink en Jan Willem van Overveld, bijgestaan door Martin Fictoor. Vanwege de studies konden de teamleiders vaak slechts ombeurten leidinggeven, hetgeen de groei van de speltak niet bevorderde. In die tijd varieerde de omvang van de horde tussen de 14 en 20 welpen. Aan het eind van de jaren tachtig verandert dat, wanneer Marjon Dijkstra Akela wordt, bijgestaan door onder andere Martin Fictoor. Als de groep begint te groeien springen ook Ellen Bakker en Frans Breeker bij. Breeker volgt Dijkstra op. Sinds tien jaar zitten de welpen op hun maximum van dertig leden. Er is momenteel een wachtlijst.
Na Fans Breeker wordt Gwendoline Fictoor Akela, waarna zij wordt opgevolgd door Martijn Dantuma en vele anderen. Nog steeds is de welpengroep zeer vol, met ruim 30 leden en een wachtlijst.
Rowans
Zoals eerder vermeld is de eerste rowangroep opgericht in 1981. Voor die tijd zijn er wel voortrekkers geweest, maar nooit voor een lange periode. De groep bestaat tot 1985, en staat die vier jaar onder begeleiding van Ruud de Mink jr. De rowans draaien ‘s middags programma. ‘s Morgens zijn de leden leiding bij de welpen en verkenners. In 1985 komen er drie sherpa’s bij de groep, waarna besloten wordt een stam op te richten. Vanwege de eerder genoemde studies wisselt de wekelijkse bezetting van die stam, en na twee jaar is het dan ook exit. In 1988 wordt de slapende rowantak JaRo ’81 nieuw leven ingeblazen door de dan afgestudeerde Erik de Mink, samen met drie oudere verkenners. De groep groeit en kent in 1995 zeven leden. Als De Mink in 1997 besluit om zijn rowanblouse aan de wilgen te hangen, wordt hij opgevolgd door Martin Fictoor. In die tijd komen er een aantal sherpa’s over van de meisjesgroep in Heemskerk en ontstaat er een actieve rowanploeg van 12 leden. De huidige rowanploeg (2008) is na een paar magere jaren weer een grotere groep, de rowans zijn allen nog vrij jong, maar wel actief, de BP is weer nieuw leven in geblazen, waarvan stukjes terug zijn te lezen in de Florisbode.
Janus en BP
Als opvolger van de ter ziele gegane Janus Courant wordt het BP Handelsblad opgericht, waarin zoals te doen gebruikelijk breed word uitgemeten over de lotgevallen van de Floris V en haar leden. Het blad verschijnt tot en met het seizoen 1996. Hoeveel Couranten en Handelsbladen er zijn uitgegeven is niet bekend, maar er zijn er nog veel terug te vinden in het archief. Nu verschijnen de avonturen in de Florisbode, opvolger van het in de jaren zeventig verschenen groepsblad de Balk Koerier.
De jaren 90
In 1989 en 1990 werd opnieuw verbouwd aan het clubhuis. Het washok, dat te klein geworden was en niet meer aan de eisen van de tijd voldeed, werd grondig verbouwd. Hiervoor diende de bomen die voor de voordeur stonden te worden gerooid, waarmee helaas een karakteristiek beeld van het clubhuis verloren ging. Het resultaat loog er gelukkig niet om: na een jaar in de rommel te hebben gezeten was er een nieuwe entree en een nieuw, bijzonder mooi, washok.
Aan het begin van de jaren negentig deden de eerste meisjesjeugdleden hun intree bij de groep. Gedurende korte tijd was er nog een Bever-tak, maar hier dienden zich te weinig leden aan om er mee door te gaan. De groei en stabiliteit bij de welpen zetten zich voort en de welpenstaf werd uitgebreid met onder andere Frans Breeker en Ellen Bakker. In 1993 werd het vijfendertig jarig jubileum gevierd met een gezamenlijk zomerkamp in Harderwijk. Marjon Dijkstra (inmiddels getrouwd met Johan ‘Koot’ van Kooten) nam na dit zomerkamp afscheid van de welpen. Enige jaren eerder was Koot himself al met de verkennersleiding gestopt. Na een ‘rustpauze’ van ongeveer een jaar volgde hij Jan Aberkrom op als groepsvoorzitter annex beheerder. Toen ook Ronald v.d. Wal stopte, keerde hij voor korte tijd terug naar de verkennersleiding. Na het zomerkamp van 1993 stopten Koot en Edwin Groen daar definitief mee en werden zij opgevolgd door Patrick v.d. Lageweg en Ronald Klingeler. Later kwamen daar Linda Roijers, Rudmer van Dijk en Jan Crijns bij. De groei (bij de welpen vooral zichtbaar door de langere wachtlijst) zette nu ook in bij de verkenners. Ook in 1996 waren de verkenners succesvol bij de DSW en mochten ze naar de LSW in Baarn. Ditmaal werden ze 24e. Koot stopte in 1994 ook met het voorzitterschap en na het zomerkamp werd dat overgenomen door Ruud van der Jagt.
In 2007 geeft Ruud van der Jagt het voorzitterschap, na een wijziging van Stichting naar Vereniging over aan Ronald Klingeler en in 2017 wordt Rutger van Hooff gekozen als voorzitter van de vereniging.
Heden ten dage is Scouting Graaf Floris V uitgegroeid tot een groep met ongeveer 10 bevers, 30 welpen, 30 scouts, 15 explorers, 10 stamleden, 20 stafleden en 6 bestuursleden.